Economie, Banken, Pensioenen, Vrije markt en de Crisis

Vraag 1 Wat is het onderwerp van de economie?
Vraag 2 Wat is de functie van de raad van commissarissen?
Vraag 3 Wat is de oorzaak van de huidige economische crisis?
Vraag 4 a Kan de overheid de huidige economische crisis oplossen?
Vraag 4 b Kan de politiek de huidige economische crisis oplossen?
Vraag 5 Wat is de rol van de Europese Centrale Bank en de Nederlandse Centrale Bank.?
Vraag 6 Kan de wetenschap de huidige economische crisis oplossen?
Vraag 7 Wat is de rol van de Universiteiten in de huidige economische crisis?
Vraag 8 Wat is de rol van de accountants in de huidige economische crisis?
Vraag 9 Hoe moeten we de huidige economische crisis oplossen?
Vraag 10 Hoe moeten we de pensioen problemen oplossen?
Vraag 11 Hoe belangrijk is een etisch standpunt?
Vraag 12 Hebben steunfondsen zin?
Vraag 13 Mag een hoogleraar lid zijn van een politieke partij?
Vraag 14 Werkt de Vrije Markt?
Vraag 15 Is de Euro in het algemeen de oorzaak van de crisis?


Introductie

De bedoeling van deze pagina om meer inzicht te krijgen over de huidige economische problemen, vooral wat betreft de banken. Om te kijken hoe de huidige situatie is, wat er aan verkeerd is, hoe die zou moeten zijn en wat men moet doen en veranderen om die te bereiken.

Daarnaast is er ook veel aandacht van wat er in de kranten (o.a. NRC en de Telegraaf) over geschreven is. Voor een overzicht en commentaar van 2009 tot 2011 ga naar: Literatuur crisis

De huidige economische verhoudingen zijn grondig veranderd. Een van de belangrijkste veranderingen is het begrip contant geld. In feite hebben de mensen geen contant geld meer en of is het belang sterk verminderd. Voor een uiteenzetting over deze verandering ga naar: A world without money, cash


Antwoord vraag 1: Wat verstaat men onder: economie

Wij leven in een veranderlijke dynamische wereld, waarin zich allerlei, deels fysische, processen afspelen. De economie houdt zich bezig met het bestuderen van een deel van deze processen specifiek waarbij de mens centraal staat.

De processen waarvan de mens deel van uitmaakt en die wij kunnen beinvloeden kun je als volgt indelen: Industriële processen, Het militaire industriele complex, Gezondheidszorg, Voedsel, Grondstoffen, Onderwijs, Overheid, Banken en Verzekeringen. Tussen deze processen onderling vindt er nu een uitwisseling plaats van goederen, geld en diensten. Een ander woord voor uitwisseling is stromen en we spreken dan ook van geldstromen en goederenstromen
Het gaat er nu om te kijken in detail welke de verschillende stromen zijn en hoe je die kunt beinvloeden.

Het volgende plaatje brengt verschillende stromen in beeld, waarbij we ter vereenvoudiging slechts uitgaan van drie processen: Industriële processen, De Banken en de Mensen

        ..........................          (1)         ..................
       .                          .------------------->.                  . 
       .   Industriële Processen  .         (2)        .       Banken     .
       .                          .<-------------------.                  . 
        ..........................                      ..................
                    ^   |                                        ^  | 
                    |   |                                        |  |  
                 (5)|   |(6)                                  (4)|  |(3) 
                    |   |            ................            |  |
                    |    ---------->.                .-----------   |
                    |               .    De Mens     .              |
                     ---------------.                .<-------------   
                                     ................

Ieder van de drie processen worden gekenmerkt door drie grootheden: Bezittingen, Kapitaal en Energie (Arbeid en kennis) waarbij de pijlen de veranderingen tussen deze grootheden aangeven Als je naar het plaatje kijkt dan zie je dat ieder van de pijlen geldstromen voortstellen. Geld is de drijfkracht van de economie. Daarnaast bevatten 1 en 6 product stromen. De stromen 4 en 5 is menselijke arbeid. Als compensatie krijgen de mensen loon, dit zijn de stromen 3 en 6.

Het plaatje is een eerste indruk. Voor een meer uitgebreide discussie ga naar: Economisch Model deel II
Voor de specifieke discussie over wat de gevolgen zijn import en export ga naar: Economisch Model deel III Hier wordt ook de Griekse crisis besproken.


Antwoord vraag 2: functie van de raad van commissarissen

De functie van de Raad van Commissarissen bestaat uit twee delen: (althans zo zou het moeten zijn)
Met opzet staat hier niks over de aandeelhouders. De primaire doelstelling van de RvC moet zijn het bedrijf en zorgen dat het bedrijf een goed, betrouwbaar en maatschappelijk verantwoord product maakt en kan blijven maken. De oorspronkelijke investeerders liepen een risico en moeten daarvoor betaald worden. De huidige aandeelhouders zijn eigenlijk allemaal speculanten. De winst die zij maken door aandelen te kopen en verkopen komt niet tegen goede aan het bedrijf. Zij krijgen een deel van de winst in de vorm van dividend. Als een aandeelhouder dat niet genoeg vindt dan moet hij zijn aandeel gewoon verkopen.
Het beleid van de RvC moet zeker niet zo zijn om de winst te optimaliseren en daarbij het belang van de werknemers te verzaken nog het algemeen belang.

Zo als gezegd zo zou het moeten zijn. In de praktijk staat het belang van de aandeelhouders vaak boven aan. Dwz winst maximaliseren voor de aandeelhouders zonder eigenlijk rekening te houden met het belang van de werknemers, de klanten en het algemeen belang.

Het hier geschetste beeld van belangen verstrengeling kan in feite voorkomen worden als nuts bedrijven (ziekenhuizen) en de banken, die er zijn voor iedereen en het algemeen belang dienen, om aan geld te komen geen gebruik maken van aandelen maar steeds van obligaties.
Pensioenfondsen die in aandelen beleggen (speculeren) doen dat om hun winst te maximaliseren. Dat is dan ook een van de reden dat een pensioenfonds niet in (bank) aandelen moet beleggen.


Antwoord vraag 3: Wat is de oorzaak

De huidige economische crisis (een beter woord is de huidige economische situatie) heeft drie oorzaken: De productie processen, Geldstromen en de onbalans tussen beide.

Antwoord vraag 4a en 4b: invloed de overheid en de politiek

Het doel van de overheid is om het land te besturen dwz de zaken van algemeen nut te regelen. Hieronder vallen: Het onderwijs, de gezondheid, het verkeer, het leger, de politie, de landbouw, de gemeentes en de overheids financien. Dit is geen gemakkelijke taak en vereist kennis en inzicht.
Een belangrijk deel van wat de overheid doet wordt bepaald door de politiek i.e. de politieke partijen.
De vraag is nu is de politiek instaat om een overheid te vormen die het land goed kan besturen.
De overheid bestaat in feite uit twee delen: Politieke partijen (de leden in de tweede kamer) en de ministers of de regering
De vraag kun je nu nauwkeuriger formuleren als: Zijn de politieke partijen in staat om de politici te leveren die op hun beurt het land (in alle facetten) goed kunnen besturen.

Het middel is getrapt. Aan de ene kant heb je de politieke partijen en aan de andere kant de regering en de ministers die deel uitmaken van een politieke partij.
Het gevolg is dat per onderwerp:

In bepaalde situaties ligt het standpunt al vast in het verkiezingsprogramma en dan word het natuurlijk uiterst moeilijk om tot een gezamelijk standpunt te komen.

Wat zijn de belangrijkste politieke (staatsrechterlijke) problemen ?

  1. Het belangrijkste probleem is het vaststellen welke zaken er via de overheid geregeld worden (het publieke domein) en welke zaken er in het prive domein liggen
    Er is een duidelijke tendens om zaken te privatiseren. Het idee is dat als er vele spelers in een bepaald marksegment zitten dat het dan ook goedkoper wordt. In sommige gevallen zal het dat zo zijn maar dat wil dan weer niet zeggen dat dat ook permanent is nog dat dat op de lange duur zo zal blijven.
  2. Het tweede probleem is ( dit hangt samen met het eerste ) is het opleggen van regels die het prive domein aangaan. Hieronder vallen ok de banken.
    Dit zijn bijvoorbeeld met regels omtrent minimum loon en minimum leeftijd. Daarnaast zaken als veiligheid.
  3. Het derde probleem is dat de staatsschuld nul moet zijn.
    Ieder jaar stelt de regering een begroting op. Dat is een leidraad. Veel belangrijker is te vertellen wat het land het het afgelopen jaar in het totaal gedaan heeft. Als het resultaat negatief is dan verdient de regering een gele kaart.
    Als je bij het resultaat de rente op de staatsschuld optelt en het antwoord is nog negatief dan verdient de regering een rode kaart.
  4. Het vierde probleem is het hebben en uitvoeren van een lange termijn strategie. Dit is vaak moeilijk want toekomstige regeringen kunnen vaak een heel andere startegie hebben.
  5. Het vijfde probleem is de relatie met de Centrale Bank.
    In feite is de Centrale Bank een onderdeel van de overheid d.w.z. dat het beleid van de Centrale Bank wordt bepaald wat de overheid vindt.
    Daarnaast is de Centrale Bank ook een advies oorgaan. Echter dat wil niet zeggen dat hun advies door de overheid wordt overgenomen.

Als je naar de huidige politici kijkt dan hebben ze drie grote bezwaren:


Antwoord vraag 5: Rol Europese Centrale Bank en Nederlandse Centrale Bank.

De rol van de Nederlandse Centrale Bank was heel belangrijk omdat zij de mogelijkheid om de totale geldhoeveelheid te regelen. Sinds het invoeren van de Euro is deze rol duidelijk afgenomen alhoewel nog steeds zeer belangrijk vooral van wege van richtlijnen wat financieel wel of niet kan. Hierbij zijn er duidelijk twee problemen: Beide problemen vang je op als de Nederlandse Centrale Bank uitgaat van een handboek waarin alles staat wat wel en niet kan. Hierin zou bijvoorbeeld moeten staan:

De Rol van de Europese Centrale Bank is sinds het invoeren van de Euro steeds belangrijker geworden. De Europese Centrale Bank zou ook een Handboek moeten hebben. Daarnaast zou dit het belangrijkste advies orgaan moeten zijn om toekomstige financiële problemen van de verschillende lidstaten te voorkomen en beleids orgaan moeten zijn om financiële schulden (de staatschuld) tussen de lidstaten optelossen. Dit oplossen zou geheel moeten gebeuren via de verschillende Centrale Banken onderling (en met overleg van de lokale overheden).

Lokale banken hebben hier niets te zoeken en nog minder de pensioenfondsen. Lokale banken mogen zeker geen staatsschulden van andere landen financieren.

De Nederlandse Bank (En eigenlijk alle banken) moet een instelling zijn van onberispelijk gedrag van vertrouwen en ten dienste aan de gewone burger. Dit vertrouwen wordt wel zeer op de proef gesteld als je de voormalige president van de DNB hoort verklaren dat de Griekse staat hoogstwaarschijnlijk hun leningen niet zullen terugbetalen. Nout Wellink deel Griekse lening kwijt

Voor een reactie op het functioneren van de AFM ga naar: (45)


Antwoord vraag 6: Invloed wetenschap i.e. de economie

Is economie wetenschap? Weet de economie hoe je de geldstromen moet regelen? Weet de economie hoe je de productie processen moet besturen?
Het antwoord op eerste is: Nauwelijks en het is zeker geen exacte wetenschap. Het antwoord op tweede is ook: nauwelijks en over de derde gaat de economie eigenlijk niet.
Het probleem van de economie is dat ze handelt over geld en kapitaal stromen tussen deel processen die allemaal met elkaar te maken hebben maar ieder voor zich moeilijk te omschrijven zijn inclusief de relaties tussen die deel processen.
Er zijn nauwelijks economische wetten en als ze er al zijn dan zijn ze vaag en zeggen niet veel.
De meest simpele wet is de wet van vraag en aanbod. Deze wet zegt zoveel dat het economische proces zo danig verloopt (als je hem verstoort via een aanpassing van de prijzen en of lonen enz enz) naar een evenwichts situatie waarbij de vraag gelijk is aan het aanbod.
Echter bij welke prijs zegt die wet niet. Dat hangt weer af van allerlei andere factoren maar hoe dat precies gaat dat weten de economen niet.
Het zelfde heb je ook met een begrip als marktwerking, wat veel gebruikt wordt in de gezondheidszorg, onderwijs en vervoer, waarbij eigenlijk niemand precies weet wat het inhoud. Je krijgt dan een definitie als: de markt regelt zich van zelf (van binnen uit) naar een optimale toestand die het beste (het goedkoopste?) is voor iedereen. Je hoeft niks van buiten af te regelen. Dit slaat natuurlijk nergens op.
Daarnaast de economen (consultants) die er zijn weten vaak zelf niet wat de oplossing is want er zijn er vele. Dit blijkt ook uit de literatuur.

Antwoord vraag 7: De rol van de universiteiten

De rol van de universiteiten is tweeërlei: Het geven van onderwijs over en het onderzoeken.
Specifiek op het terrein van de economie het onderzoeken van (1) de financiële processen onderling en (2) de wisselwerking tussen de financiële processen en de productie processen inclusief de overheid.
Wat de financiële processen betreft gaat het bijvoorbeeld over het internationale betalingsverkeer en de invloed van de Euro.
Wat de wisselwerking met de productie processen betreft gaat het bijvoorbeeld over de electriciteits markt.
Wat de wisselwerking met de overheid betreft gaat het bijvoorbeeld over de belastingen.
De rol van de universiteiten moet onafhankelijk zijn en geen binding hebben met de politiek en het bedrijfsleven. Daarnaast moeten de universiteiten, specifiek de hoogleraren in hoge mate met elkaar eens zijn per probleem stelling wat het probleem is, wat de oorzaak is en wat de oplossing is.
Als je de kranten bekijkt en let op wat de hoogleraren daar in schrijven dan blijkt dat niet. Voor een overzicht ga naar: (2) , (4) , (5) , (6) , (9) , (10) , (14) en (16) . Als je deze lijst bekijkt dan vraag je je af: leren ze wel overal het zelfde. (Natuurlijk dat moet niet, maar het geeft wel te denken)

Een belangrijke taak van de universiteiten is het geven van onderwijs. Maar weten de universiteiten het wel precies, hebben ze de zelfde mening? Weten de universiteiten wat de oorzaak is van de hypotheek crisis? Wat er langzaam aan fout is gegaan en hoe ze hem op moeten lossen? Weten de universiteiten wat er fout is gegaan by de banken?

Een belangrijke factor die de economische processen beinvloed is de rol van de overheid. Vaak is dat een onvoorspelbare factor want je hebt te maken met verschillende partijen die allemaal iets anders willen. Een van de belangrijke parameters in dit process is de staatsschuld.

In de NRC van 23 Juni 2010, onder de kop Duitsers sussen dispuut met VS lezen we:

"Niemand kan serieus in twijfel trekken dat overheidstekorten, niet alleen in Europa, een van de hoofdoorzaken van de huidige crisis zijn" zei de Duitse minister van Financien Wolfgang Schauble in een reactie.
Ik neem aan dat hij bedoelt voor sommige landen. Daarna lezen we:
Vanmorgen schreven de Amerikaanse minister van Financiën en Obama's belangrijkste adviseur Summer in een opiniestuk in The Wall street Journal dat "we moeten laten zien dat we ons committeren aan het verlagen van overheidstekorten op lange termijn, maar niet ten koste van groei op korte termijn"
M.a.w. de Amerikanen laten de overheidsschuld nog eerst toenemen?. Daarna lezen we:
De Europeanen hebben door de eurocrisis meer haast gekregen met het terugdringen van hun begrotings tekorten.
Daarna staat er:
Maar de Amerikanen willen niet nu al het zwakke economisch herstel verstoren. "Zonder groei nu zullen de tekorten alleen maar verder stijgen en toekomstige groei ondermijnen" schrijven Geithner en Summers
Zie voor detail press release White House: Geithner and Summers Pen Joint Op-ed: ‘Our Agenda for the G-20’
In de NRC van 24 Juni 2010, onder de kop George Soros: Duitse aanpak eurocrisis bedreigt de Unie lezen we:
Duitsland moet niet proberen zijn financieel beleid op te leggen aan de rest van Europa, zei George Solos in Berlijn. Want dat brengt de Euro in gevaar
Zie ook: Een Europese anti-slipcursus Daarna lezen we op pagina 17:
De vraag moet worden gestimuleerd etc. En Soros somt op: geld pompen in onderwijs, in wegen en spoorwegen , in gaspijpleidingen. "Keynes is in Duitsland een vies woord" meent hij. De Britse econoom John Maynard Keynes was in de jaren dertig de grote pleitbezorger van de theorie die stelt dat de gezamelijke vraag naar goederen van overheid en privesector de drijvende kracht van de economie is.
De grote vraag is natuurlijk ten koste van wat? Geldt dit ook tenkoste van een steeds groter wordende staatschuld die ook betaald moet kunnen worden. Daarna lezen we:
Laatste verwijt van Soros: Europa, met Duitsland voorop toont te weinig leiderschap. "De politiek moet de markten leiden en niet de markten volgen. De financiele markten zijn onzeker Ze verlangen leiding"
Zou Soros dit ook geschreven hebben als Duitsland deed wat Soros wil?

Maar over dit laatste wil ik het niet hebben. De vraag is wat vinden de universiteiten hiervan. Wie heeft er gelijk ? De Amerikaanse politiek? De Duitse politiek ? Soros ? Keynes ?
Een ding is zeker De mensen die hun geld steken in staatsobligaties verdienen geld zonder er iets voor te doen. Het enige dat ze niet willen is dat Griekenland failliet gaat. Dus ze zijn voor extra steun fondsen en niet voor het dichtdraaien van de geldkraan.


Antwoord vraag 8: De rol van de accountants

Accountants hebben een drie dubbele rol:
  1. Ze hebben een zuivere cijfer matige rol. De bedragen moeten kloppen. Dit is hun boekhouders rol.
  2. Ze hebben een interne rol. De cijfers moeten een juiste afspiegeling vorming van het reilen en zeilen van de onderneming.
  3. Ze hebben een externe rol. De boekhoud kundige regels moeten en de financiële methodes moeten tot het nut zijn voor het algemeen.
Volgens mij vooral in het laatste doen zij het slecht. Financiële producten met een extra risico behoor je niet door te verkopen. Punt uit.
Zie ook het commentaar bij artikel: (10) en (11)

Antwoord vraag 9: De oplossing ?

Als je de huidige crisis bekijkt (eigenlijk een verschrikkelijke naam) dan bestaat die uit drie onderdelen die allen met elkaar verbonden zijn.
  1. het is een industrieel probleem d.w.z. een probleem van wereldwijde productie processen en grondstoffen.
  2. het is een financieel probleem d.w.z. een probleem van staats financiering, de banken, de pensioen fondsen en de verzekerings maatschapijen.
  3. En misschien het belangrijkste probleem van de huidige crisis is dat het een wereldwijd probleem is. Globalisering.
De oplossing moet je dan ook zoeken wereldwijd met als oogmerk dat als er in de toekomst weer zulke problemen op treden ze veel meer lokaal worden. De enige oplossing is dan ook de globalisering langzaam terug dringen. M.a.w. een zekere mate van protectionisme.

De belangrijkste tegenstanders van protectionisme zijn de multinationals die vooral europees en wereldwijd opereren. Wat dit zo moeilijk maakt is dat het bijna onmogelijk is om een stap terug te gaan, maar het zou wel moeten. Alleen al het erkennen van deze ongelukkige evolutie is een stap in de goede richting. Een multinational kan fabrieken hebben in ieder werelddeel maar de produktie moet zijn voor dat werelddeel en niet daarbuiten.

Een belangrijke stap in de goede richting is als Europese banken veel meer Europees gaan denken en nog beter veel nationalistiser worden. Een Nederlandse bank heeft niets van doen met Griekse staatsschulden.

Een geheel andere pijler van de crisis is dat het om risico's gaat.
In feite begint dit als een lokaal probleem. Iemand leent geld bij het lokale kantoor (hypotheek) van een bank, maar omdat deze bank wereldwijd opereert kan het dit risico gemakkelijk wereldwijd doorverkopen waarbij de koper van het risico geen enkel idee heeft wat voor risico hij loopt.
Dit doorverkopen (onder het mom met zijn allen delen we het risico) moet wereldwijd verboden worden.
Het zelfde probleem heb je ook bij de obligaties, aandelen en verzekeringen. Ook hier is er sprake van herverpakken en doorverkopen. Dit moet verboden worden zodat er alleen eenvoudige producten overblijven.


Antwoord vraag 10: Oplossen van de pensioen problemen

Het probleem van de pensioenfondsen is dat ze niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
Deze verplichtingen hebben hun oorsprong dat de pensioenfondsen zich verplichten aan bepaalde garanties te voldoen. Biiv zij verplichten zich als iemand gedurende zijn hele gehele loopbaan (dwz 40 jaar) altijd in het fonds betaald dat zij gedurende de rest van het leven de deelnemer ieder jaar 70% van het gemiddelde van de laatste 5 jaar uitbetalen, onafhankelijk van het verloop van het loon van de deelnemer. Deze garantie is vrij goedkoop als iemand zijn loon constant is, maar kan uiterst duur worden als zijn loon de laatste 5 jaar sterk gestegen is.
Tegenwoordig past men deze garantie vaak aan dat men 70% van het gemiddelde loon over de 40 jaar uitbetaald.

De oplossing van het pensioen probleem is dat men geen garanties moet geven, maar moet uitbetalen wat er door de deelnemers van het zelfde geboortejaar is opgebouwd. Voor een document dat dit beschrijft kijk hier: Geboortejaarrekening. Dit document beschrijft twee pensioenstelsels:

Zie ook het commentaar bij de artikellen: (12), (19), (20), (21), (22) en (23)

Bij de pensioen problematiek is het altijd goed om te bedenken dat:

Wat de pensioenfondsen vooral niet mogen doen is zich laten opslokken door de verzekerings bedrijven. (29)


Antwoord vraag 11: De etiek.

Onze etische opvattingen zijn uiterst belangrijk in het kader van de economie
Je zou ze kunnen opdelen in principe in drieen: Per land. Per werelddeel en voor iedereen. Dwz je kunt voor ieder van de drie verschillende opvattingen hebben maar ook dezelfde.
Als je voor het laatste bent dan zou je je etische opvattingen zo kunnen samen vatten: Gelijkheid voor iedereen.
Dwz kans op werk voor iedereen, onderwijs voor iedereen, geen onderscheid van ras, gelijk loon voor gelijk werk. enz.
Deze opvatting staat soms loodrecht tegenover het begrip van globalisering, dat vaak als doelstelling heeft te produceren in landen waar deze opvattingen niet gelden. Bijvoorbeeld te produceren daar waar het het goedkoopste is oa door kinderarbeid en armoedige levensomstandigheden.
Het zal duidelijk zijn dat vooral voor de raad van commisarissen een etische opstelling zeer belangrijk is. Voor hen kan het al dan niet aandacht en oogmerk voor de totale wereldbevolking heel belangrijk zijn. Het algemeen belang kan duidelijk in conflict staan met het soms engere belang van een individueel bedrijf en de individuele aandeelhouder.


Antwoord vraag 12: Steunfondsen en staatsschulden

Het hebben van steunfondsen via EFSF ,ECB of mogelijk het IMF waar de staatsschulden mee gefinancieerd mee kunnen worden, is natuurlijk geen goede oplossing. Het probleem van het stichten van steunfondsen is dat er geen initiatief van uit gaat om het probleem van staatsschulden ten gronde doortelichten (dwz wat is de precieze oorzaak) en ten gronde aantepakken. Daarnaast geven steunfondsen nog een verkeerd signaal af naar de investeerders. Deze laatste vragen hoge rentes bij het opkopen van staatsobligaties omdat ze risico lopen, maar dat risico is er in feite (bijna) niet want er zijn steunfondsen die inspringen als het verkeerd gaat.

Als je naar de doelstellingen van de verschillende steunfondsen kijkt dan liggen die allen op het terrein van financiele middelen. Alleen bij de IMF gaat het hier om het steunen van specifieke ontwikkelings projecten. Dwz zeggen niet direct voor het oplossen van staatsschulden. Maw eigenlijk zou Griekenland pas mogen aankloppen bij het IMF als het staatsschuld probleem is opgelost.


Antwoord vraag 13: Hoogleraren en het al dan niet lid zijn van een politieke partij.

De reden van vraag is belangrijk omdat de Universiteiten een onafhankelijke standpunt moeten innemen bij alle problemen die de maatschappij aangaan. Als zodanig moeten de Universiteiten politiek neutraal zijn. Het onderwijs moet ook politiek neutraal zijn. Een onderzoeks commissie onderleiding van hoogleraren moet dat ook zijn.

In het algemeen mag een hoogleraar lid zijn van een ieder welke politieke partij aangenomen dat zijn vakgebied geen enkele relatie heeft met de politiek.
Dit is bijvoorbeeld het belang bij het vakgebied rechten en de economie.
Een hoogleraar in de economie lid van een politieke partij mag vooral niet het standpunt van zijn partij verkondigen als het juiste in woord en geschrift. Discussies tussen hoogleraren moeten vooral niet beinvloed worden door de standpunten van welke politieke partij dan ook en moeten zuiver gaan over feiten en wetenschappelijk onderzoek voor zover mogelijk. Het gevolg moet dan ook zijn dat ze duidelijk kritiek moeten kunnen geven over het gevoerde beleid en advies geven wat er in de toekomst gedaan moet worden door eigenlijk alle partijen. Of de partijen dat dan ook doen is hun verantwoordelijkheid.

Onderzoeks commissie onderleiding van politici natuurlijk niet politiek neutraal. Zo een commissie kan nooit iets ten gronde onderzoeken. Nog moeilijker wordt het als zo een commissie zaken gaat onderzoeken waarvoor ze zelf (de politiek) medeverantwoordelijk zijn. Bijvoorbeeld de Commissie de Wit die de huidige financiele crisis en het nationaliseren van de banken onderzoekt. In feite zijn de aktiveiten van deze commissie een wit was operatie.


Antwoord vraag 14: Werkt de Vrije Markt

Deze vraag komt naar aanleiding van de eerste aflevering van een serie verspreid verschijnende stukken in de NRC over de vraag of de vrije markt werkt. Zie ook (40)

Als je deze vraag wilt beantwoorden dan moet je het zeker weten waarover je het hebt.
Vandaar twee vragen:

  1. wat is de vrije markt en wat is het tegenovergestelde
  2. hoe weet je dat iets (de vrije markt) werkt.
Eerst iets over vraag 1:
De definitie van een vrije markt is een markt (het handelen, vragen en aanbieden van goederen, diensten en geld) waarbij er geen regels zijn. De burger is volkomen vrij in al zijn handelen. Het tegenovergestelde is een gereguleerde markt waarbij de burger niks kan doen en waarbij de staat alles doet.
Tussen deze twee uiterste: volkomen vrij versus gebonden bestaan natuurlijk heel veel schakeringen. Een tussen vorm is een structuur waarbij er geen staatsbedrijven zijn maar waarbij er een heel groot aantal regels zijn.
Waar het nu om gaat is wie stelt op welke terreinen de regels samen.
Laten we aannemen dat die wie de overheid is dwz dat het toezicht en de strafbepaling door de overheid en dat het onderzoeken en opstellen door specifieke organisaties gebeurd, waarbij de overheid de uiteindelijke eind verantwoordelijke is. We hebben het hier over het bijvoorbeeld opstellen van veiligheids normen voor de industrie en particulieren.

Nu iets over vraag 2:
Als je wilt weten of iets werkt dan moet je in feite een doelstelling hebben. Bijvoorbeeld de doelstelling van de vrije markt is: Werk voor iedereen.
Uitgaande van deze twee definities komen we nu tot de volgende vraagstelling:

Is het mogelijk dat er een economische structuur van bedrijven en diensten ontstaat, onder de aanname dat alle burgers vrij zijn in hun economisch handelen en er geen regels zijn dien omtrent, zodanig dat alle burgers werk hebben ?
Volgens mij lukt dat niet. Je neemt dan dat de maatschappij zich van zelf ontwikkelt en organiseerd zodanig dat iedereen werk heeft. Dit is een Utopie.

Je kunt de doelstelling ook anders omschrijven: Zorgen voor lagere prijzen en betere producten.
Ook hier kun je direct de vraag stellen: Waarom zou deze doelstelling wel lukken ?

De enige oplossing is dat als je een doelstelling wilt bereiken er wel allerlei regels moeten zijn. M.a.w je moet het idee van de vrije markt loslaten.

Het concept van een vrije markt en van globalisering werken in hoge mate desastreus. Het probleem is dat men al gauw lokaal kiest voor de goedkoopste oplossing (laagste lonen) en dat is globaal en op de lange duur zeker niet de beste.

Als de vrije markt niet werkt wat dan wel ?

Het antwoord is iets er tussen in.
Ook nu heb je een aantal vragen: Als je doelstelling is: "Werk voor iedereen en overal" dan ontkom je niet aan een zekere mate van protectionisme.

Globalisering moet je doen in je denken, niet in je handelen.
M.a.w. In je denken moet je je richten op de totale wereld, grootschalig en op de gehele mensheid.
In je handelen (werken) moet je je veel meer lokaal richten en kleinschalig.


Antwoord vraag 15: Invloed van de Euro.

De Euro is een deel van het probleem.
Zoals elders is uiteengezet is de belangrijkste reden van de Euro Crisis het open stellen van de grenzen binnen Europa zodanig dat er een groot vrij handels gebied ontstaat waarin alles mogelijk is zonder regels die dit vrije verkeer belemmeren. De regels die er zijn, zijn er hoofdzakelijk om dit vrije verkeer telegaliseren. Daarnaast is er grootschalige handel naar buiten Europa i.e. globalisering.
Daarnaast kregen we een munt: De Euro.

De gevolgen van deze politiek is het productie landschap (inclusief land en tuinbouw) grondig veranderd is met een klemtoon naar goedkoop produceren en korte termijn politiek.
Het belangrijkste gevolg is dat men in bepaalde landen meer en in andere landen minder is gaan produceren. Het gevolg hiervan is een afname (relatief) en toename van de staatsschuld. Een belangrijke reden wat het zo gemakkelijk maakt om een staatsschuld te financieren is het vrije verkeer van geld (en de steun fondsen).

Wat het probleem zo erg maakt is dat er bijna geen mogelijkheden meer zijn om de econmie in een bepaalde richting te sturen. Het enige dat de EU zegt is bezuinigen, dat is iets lokaals, terwijl de problematiek veel meer globaal en structureel is. Dat los je door lokaal te bezuinigen nooit op.
Wat het geheel zo triest maakt is als je de Euro opheft dat ook geen oplossing is omdat bepaalde veranderingen permanent zijn. Het opheffen van de Euro zorgt er echt niet voor dat alles terugkeert naar een toestand zoals het vroeger was. Werk dat nu in China gebeurd komt niet zo maar terug. Een belangrijke reden is ook omdat vaardigheden ook verhuizen en lokaal verdwijnen.

Voor de burger vertaald zich dat uiteindelijk in het moeilijk vinden van werk, de juiste keuze van onderwijs en omscholing een hoge mate van mobiliteit en onzekerheid.


Het grote Zwijgen

Het grote Zwijgen is het concept dat er eigenlijk over het economische klimaat, de Europese Unie, de Euro en de banken door de politici en de economen niet ten gronde gesproken wordt.
  1. Niemand wil alles wat met de Europese Unie te maken heeft niet ten gronde onderzoeken. Of beter gezegd precies op schrift stellen wat we eigenlijk een aantal jaren geleden wilden (doelstelling) en de huidige situatie toetsen aan deze doelstelling.
    De belangrijkste reden voor de politici is dat niemand graag wil toegeven dat er iets fout is gegaan. Dat toegeven kost stemmen en dat wil men niet.

    In het verleden was de horizon van de Europeanen zijn landsgrens, tegenwoordig is dat de grens van Europa zonder Rusland dwz de Europese Unie en spreken we niet meer over landen maar lidstaten van de EU.
    De doelstelling van de EU zou kunnen zijn dat je het economisch verkeer tussen de lidstaten gemakkelijker wil maken.
    Dat doe je deels door twee initiatieven:

    • Je schaft de grenzen af tussen de lidstaten en kan iedereen binnen de EU overal komen en gaan, werken en handelen. De winst ligt dan vooral op het terrein van de administratie (minder formulieren)
    • Daarnaast voer je binnen de EU een muntstelsel in: de Euro. Hiermee maak je het betalingsverkeer veel gemakkelijker.
    Echter hier ligt meteen een groot gevaar op de hoek: Het economisch klimaat in niet alle lidstaten is hetzelfde m.a.w. het economisch verkeer tussen de lidstaten is niet overal gelijk en hangt af over wat voor producten en diensten je het hebt. Duitsland is bijvoorbeeld sterk in hoog technologische producten en de zuidelijke landen bijvoorbeeld toerisme en bepaalde landbouwproducten.
    Maar dit niet de echte doelstelling zijn van de EU. Wat die precies is weet ik niet, maar de doelstelling zou bijvoorbeeld kunnen zijn: "Werk voor iedereen."
    In feite is dit een simpele doelstelling want werk is er altijd voor iedereen binnen de EU. Het gevolg is wel een hoge graad van mobiliteit voor de inwoners van de EU en het is de vraag of de inwoners dat willen.
    Een betere doelstelling is: "gelijkwaardig werk voor iedereen in een bepaalde regio"
    Dit is een uitermate moeilijke doelstelling, daarnaast ben je verplicht om regels op te stellen die gelden voor de EU en waaraan de lidstaten zich moeten houden. Het definiëren van dit soort beperkende regels is moeilijk.

    Binnen de EU zijn er nauwelijks regels. In feite iedereen is in hoge mate vrij. Sterker nog de regels die er zijn benadrukken deze vrijheid.

    Een belangrijke reden dat (bepaalde vormen van) werk verdwijnt komt door concurrentie en door nieuwe producten. Deze concurrentie komt gedeeltelijk van binnen uit de EU maar ook van daar buiten. Het probleem is moet je nu iets doen aan deze concurrentie van o.a. de goedkope loon landen.

    Het belangrijk gevolg van deze concurrentie is primair dat industrieen uit de lidstaten verdwijnen naar de lage loonlanden en of naar buiten de Eu en secundair in een toename van de staatsschuld. Dit zijn vergaande veranderingen die moeilijk terugtedraaien zijn. Dit maakt het oplossen van de crisis ook zo moeilijk. Men had veel eerder moeten ingrijpen en nu is het eigenlijk al te laat. Dit noem ik het grote zwijgen

  2. Een tweede voorbeeld van wat je het grote zwijgen noemt ligt op het terrein van de banken. Specifiek op het overnemen van de banken door de overheid. In feite is de overgenomen bank failliet. Zo iets toont aan dat het managemant van de failliete bank gefaalt heeft. Je verwacht nu een kritische evaluatie van wat er verkeerd is gegaan, maar zo iets gebeurd niet. Zeker niet door de bank in kwestie.
    Als buitenstaander zou je verwachten dat als je het jaaroverzicht van zo een bank bekijkt dat er toch tendenzen zijn die uiteindelijk een soort voortekenen zijn van het toekomstig failliesement. Ook zo een evaluatie bestaat er niet.
  3. Een derde voorbeeld zijn de Centrale Banken. Het probleem is hier dat ze deels een onderdeel zijn van de overheid en daarnaast verwacht je dat ze onafhankelijk zijn en het belang van de burgers in het algemeen dienen. Vooral op dat tweede vlak falen ze.
    Je verwacht dat ze toezicht houden op het reilen en zeilen van de banken en dat ze de burgers beschermen tegen een te groot risico. Dat laatste doen ze niet want een bank mag gewoon worden overgenomen door een buitenlandse bank. (Het omgekeerde moet ook verboden worden)

    Specifiek is een centrale bank nooit de brenger van slechts nieuws want ze weten nooit zeker of dat klopt en dus zeggen ze niets.

  4. Een vierde voorbeeld van het grote zwijgen ligt op het terrein van de economie. Er zijn wel 330 economen die zeggen dat het invoeren van de Euro foutief is maar ze zeggen niet wat dan wel. (44)

Persoonlijke gedachten - Deel 1

De economie draait om het produceren van producten door de bedrijven. Bedrijven zijn de belangrijkste motor van de Economie.
De banken moeten dit mogelijk maken door de bedrijven krediet te geven en de bedrijven hebben dan een schuld bij de bank. Voordat de banken dit doen moeten ze een risico analyse maken. Omdat ze een schuld hebben betalen ze een rente en die rente moet eigenlijk genoeg zijn om het risico dat de banken lopen te dekken. Dit is de basis functie van de banken.

Het probleem van de banken is dat ze zich met allerlei activiteiten buiten deze basis functie zijn geen bezig houden.
Een voorbeeld is groei. Bijvoorbeeld ieder jaar meer klanten en meer hypotheken verkopen.

In het volgende document van 1 December kun je lezen dat sommige banken het nooit leren en op de zelfde weg doorgaan onder advies van experts. Aviva’s Delta Lloyd to Sell Dutch Mortgage Bonds. De titel van het artikel zou zo ongeveer moeten luiden: "Delta LLoyd verkoopt herverpakte hypotheken"
Ook hier staat meer: Delta Lloyd heropent markt verpakte leningen

Het lijkt als of men de mop van Sam en Moos met de blikjes met sardientjes nog steeds niet begrepen heeft. Sam zit in de handel van sardientjes. Hij verkoopt ze in blikjes. Uiteindelijk verkoopt hij een tiental aan Moos. Moos maakt een blikje open en er zit alleen rottende vis in. Hij doet zijn beklag bij Sam die hem antwoord: Ze zeijn niet om op te eten, ze zeijn alleen voor de handel. Vrij naar Max Tailleur.

Als je in plaats van blikjes bijvoorbeeld het woord derivaten ( derivatives ) leest, dan weet je waarover we het hebben: over lucht.

Iedere mens is evenveel eigenaar van deze wereld en is daarvoor verantwoording verschuldigd. Dit vertaald zich dat iedere mens evenveel zou moeten bezitten, recht heeft op werk en onderwijs, recht heeft op gezondheids zorg en tegelijkertijd met zijn medemens rekening moet houden. De belangrijkste centrale bron die dit moet stimuleren en reguleren zijn de Verenigde Naties als onafhankelijk oorgaan. Informatie voor hun werkwijze zou moeten komen van onderzoeksinstituten en universiteiten die ook onafhankelijk zouden moeten zijn.


Persoonlijke gedachten - Deel 2

Het grootste probleem van de huidige crisis is dat er eigenlijk geen plaats is voor een grondige open en kritische evaluatie van wat is er nu precies fout gegaan. Niemand wil zijn broek scheuren. Niemand wil zeggen zo zou het eigenlijk moeten zijn. Wat we toen deden was eigenlijk het beste De belangrijkste partijen die bij de problematiek betrokken zijn, zijn (1) De Europese Unie en de lidstaten. (2) De centrale banken en de individuele banken (3) De overheid en de politieke partijen.
Een groot deel van de problematiek ligt in het openstellen van de grenzen, binnen de EU maar ook naar buiten.
Die gene die daar het meest van geprofiteerd hebben zijn de grote multi nationale bedrijven.
Die gene die daar het minst van geprofiteerd hebben zijn de kleine bedrijven. Zij moeten nu veel meer concureren met andere Europese bedrijven (en daarbuiten) en gaan failliet.
Het uit eindelijk resultaat is deels veel meer individuele verliezers dan winnaars, maar ook dat hele regios failliet kunnen gaan.

De oorzaak ligt in het open karakter van de EU, "plotseling" goedgekeurd door de regeringen van de individuele lidstaten.


Feedback

Geen

E-mail:nicvroom@pandora.be.


Geschreven: 22 Juli 2009
Gewijzigd: 3 September 2010
Gewijzigd: 27 April 2011

Terug naar mijn start pagina: Inhoud van dit document